Blauwbaardje in Wonderland - Louis Paul Boon    

Het eerste wat me is opgevallen, is dat er in het sprookje ontzettend veel andere sprookjes aan bod komen en naadloos en soms nogal abrupt in elkaar overlopen. Boon laat hier zowel bekende (Doornroosje, Sneeuwwitje, ... ) als minder bekende sprookjes (Hans mijn egel, de drie mannetjes in het bos, ... ) de revue laat passeren. Wat de sprookjes wel allemaal met elkaar gemeen hebben is dat ze allen geschreven zijn door de gebroeders Grimm waar Boon dan ook naar alludeert met de titel Grimmige sprookjes voor verdorven kinderen.

In vergelijking met de klassieke versie vertelt Boon vaak maar een deel van het sprookje of haalt er zelfs maar enkele belangrijke kenmerken uit die hij kan gebruiken in zijn eigen versie. Zo begint hij vaak een sprookje op traditionele wijze, maar weeft hij er verschillende andere sprookjes doorheen; een duidelijk voorbeeld hiervan is terug te vinden op p. 21-22. In deze passage heeft Blauwbaardje net een stiefmoeder en stiefzus gekregen. Aanvankelijk is de stiefmoeder nog heel lief voor haar, maar zodra ze haar spiegeltje vraagt wie het mooiste meisje van het land is en de spiegel antwoordt dat dit Blauwbaardje is, maakt ze haar stiefdochter het leven zuur. Ze moet beginnen poetsen en krijgt vieze kleren en lijdt bovendien ook onder de pesterijen van haar stiefzus. Wanneer de familie een uitnodiging van de baron voor een bal krijgt, mag Blauwbaardje niet gaan. Het is duidelijk dat de sprookjes Sneeuwwitje en Assepoester door elkaar lopen.

Bovendien lijkt Boon hier terug te grijpen naar de seksuele verwijzingen die bij de eerste sprookjes vaak aan de basis lag. Alhoewel het de verwijzingen naar seks en erotiek hier impliciet worden gemaakt, is het voor de volwassen lezer onmiddellijk duidelijk wat Boon hiermee bedoelt. Vaak wordt het al schertsend beschreven bijvoorbeeld ‘Maar je ziet toch dat haar sterretje met mijn pannenlikker aan het praten is’ en ‘Ze begreep ook wel dat ze niet aan de eerste de wildvreemdste haar perelaartje kon laten bewonderen’. Omdat het boek vol staat met dergelijke zinnen, begon me dit na een tijdje toch tegen te staan. Ik had de indruk dat dit eerder een beschrijving is van een jong meisje dat seksueel actief begint te worden, maar dan wel verpakt in een sprookjesverhaal. Naar mijn mening is dit ook hetgene wat Louis Paul Boon uiteindelijk trachtte te bereiken. Om het met de woorden van Kris Humbeeck te zeggen: “Door Grimms sprookjes op zijn geheel eigen ‘obscene’ manier na te vertellen en de grenzen van de materiële lustbevrediging aan te geven, wilde de kleine schrijver de afstand tussen verlangen en realiteit helpen verkleinen”.

Kortom heb ik Blauwbaardje in wonderland slechts twee sterren gegeven, omdat het toch niet onmiddellijk was wat ik verwachtte. Hoewel het verhaal in se komisch is, begon het mij na een tijdje te vervelen. Ook had ik moeite met de vertelstijl: het kwam soms nogal oubollig over en soms moest ik een zin tweemaal herlezen omdat ik deze niet onmiddellijk begreep. Ik moet wel eerlijk bekennen dat dit ook mijn eerste kennismaking met Louis Paul Boon was en hoewel ik reeds gehoord had dat hij nogal obscene werken heeft geschreven, wist ik niet dat dit werk verscholen zou zitten. Al bij al is het redelijk braaf gebleven, maar ik raad ouders met kinderen aan toch eerst dit werk zelf een keertje te lezen alvorens dit aan hun kinderen te vertellen. Ze zouden het wellicht niet snappen, maar toch behoort Blauwbaardje in wonderland tot de volwassenliteratuur dan die voor kinderen.