Fictieautobiografie
Kindertijd
Verhalen hebben me als kind altijd al geboeid. Als kleine uk vond ik vooral het luisteren naar verhalen enorm leuk. Ik weet nog goed dat mijn ouders in de auto vaak cassettes opzetten, waarop sprookjes werden verteld. Een sprookje dat ik me nog zeer goed kan herinneren is bijvoorbeeld Mannetje Timpe Tee en de tovervis. Het vertelt het verhaal over een arme man die tijdens het vissen een tovervis ontmoet. De vis belooft in ruil voor zijn leven de visser te belonen met alles wat hij maar wenst. De arme man is gelukkig met wat hij heeft, maar zijn vrouw wil steeds meer en meer. Uiteindelijk zal zij voor haar hebzucht een zware prijs moeten betalen. Een verhaal met een moraal, dat zelfs nu nog bij mij spontaan een glimlach tevoorschijn tovert. Al is het zo lang geleden dat ik het nog gehoord heb.
(Afbeelding 1: twee favoriete boeken uit mijn kindertijd)
Ik was, zoals de meeste kinderen op die leeftijd, ontzettend dol op sprookjes. Hoewel ik de overbekende sprookjes van Andersen en Grimm wel leuk vond, droeg ik toch een grotere voorkeur weg voor minder bekende sprookjes, veelal van oosterse afkomst. Op onze zolder liggen nog enkele prachtige sprookjesboeken met deze minder bekende verhalen in (bijvoorbeeld het sprookje van Vassilissa de schone, de vuurvogel, etc). Maar naast sprookjes konden ook versjes en gedichten me ontzettend bekoren. Uit het Nieuw groot voorleesboek van Lea Smulders hebben mijn ouders talloze keren verhalen en gedichten voorgelezen. Oorspronkelijk was het boek bestemd als een cadeau voor een vriendinnetje naar wiens feestje ik moest. Door omstandigheden (welke mij op dit moment totaal niet meer duidelijk zijn) ben ik niet naar het feestje kunnen gaan en mocht ik het boek zelf houden van mijn ouders. Op dat moment zal het maar een schamele troost geweest zijn, maar het boek zelf is er toch in geslaagd een van mijn lievelingsboeken uit mijn kindertijd te worden.
Lagere school
Toen ik eenmaal in het eerste leerjaar zat, kon ik zelf verhalen lezen en hoefde ik niet noodzakelijk meer voorgelezen te worden. Ondanks het feit dat ik goed kon lezen, vond ik het veel leuker om naar verhalen te luisteren dan ze zelf te lezen. Mannetje Timpe Tee bleef een vaste waarde in onze auto en ook televisieprogramma’s, zoals De draaimolen met Nolle Versyp en De boomhut met Alida Neslo, volgde ik zeer getrouw. In deze programma’s werden er vaak verhalen verteld of boeken voorgelezen. Een boekje dat toen is voorgelezen, kan ik me tot op de dag van vandaag nog zeer goed herinneren, namelijk Lotje, het nieuwsgierige heksje van Lieve Baeten. Ik vond dat toen zo’n leuk boekje en wou dit ook heel graag zelf lezen, maar helaas heb ik het nooit gekregen.
Mijn grootmoeder was iemand die graag las en me stimuleerde dit ook te doen. Zij was van mening dat lezen goed was voor mijn ontwikkeling en daarom nam ze me één keer per maand mee naar de bibliotheek van Lier. Ik herinner me nog goed dat ik mijn persoonlijke lidkaart kreeg toen ik acht jaar was. Ik was ontzettend trots en wilde niets liever dan alle boeken in de bib uitlezen. Deze ambitie bleek toch maar van korte duur, want de boeken die ik mee naar huis nam, las ik amper of zelfs helemaal niet. Bovendien bracht ik ze vaak te laat terug, waardoor ik geregeld een boete moest betalen.
(Afbeelding 2 & 3: De Boomhut, mijn lievelingsprogramma; Nieuwsgierige Lotje: het boekje dat ik altijd wou, maar nooit gekregen heb)
In de lagere school heeft mijn liefde voor boeken op een zeer laag pitje gestaan. Ik vond boeken lezen op die leeftijd saai en pure tijdverspilling, want ik speelde veel liever met mijn poppen of playmobil en keek graag televisie. Strips van Suske en Wiske en Jommeke las ik wel graag. Mijn tante had een zeer grote verzameling van deze strips en elke keer als we bij haar op bezoek gingen, werden er steevast hopen Suske en Wiske gelezen. In tegenstelling tot mijn jongere broer die liever Jommeke las, vond ik Suske en Wiske veel leuker. Ik vermoed omdat ze spannend en van een moeilijker niveau waren en zich heel vaak in een andere tijd en ruimte afspeelden. Nauw aanleunend bij strips werden bij ons thuis ook Samson en Gert strips en krantjes gelezen (deze krantjes waren mits een kleine oplage bij Het Laatste Nieuws te verkrijgen. Dankzij de hulp van mijn grootouders heb ik ze allemaal weten verzamelen en ze netjes opgeborgen in de bijhorende grote mappen. Enkele jaren geleden heb ik met spijt in het hart de mappen doorgegeven aan een jongere generatie Samsonfans.
Uiteraard las ik ook af en toe wel een boek, maar dat was dan eerder omdat het moest. Het boek mocht natuurlijk niet te moeilijk zijn, want anders werd het aan de kant gelegd om nooit meer verder gelezen te worden. Er zijn uiteraard wel boeken die me altijd zijn bijgebleven en die ik zeer graag las. Een mooi voorbeeld hiervan is De meester is een schat van Bettie Elias. Het vertelt het verhaal van Bram, een jongen van acht, die door zijn vader wordt geslagen. Op zich een triest thema, maar gelukkig wel met een mooie afloop (dat vond ik op die leeftijd heel belangrijk). Ik heb het boek cadeau gekregen van mijn buurvrouw en heb het zeker enkele keren opnieuw gelezen. Toch las ik vooral op een belevende manier. Eenvoudige taal, spannend en dicht aansluitend bij de eigen ervaringswereld, dat waren eisen waaraan een boek voor mij moest voldoen. Op die leeftijd was ik duidelijk nog niet klaar voor iets anders.
(Afbeelding 3 & 4: De Meester is een schat; Samson & Gert-krantjes)
Middelbare school en later (Afbeelding 5: De gouden jeugcollectie)
Vanaf het tweede middelbaar kreeg ik dankzij één bepaald boek de smaak voor het lezen te pakken, namelijk Harry Potter. Het mag dan wel cliché klinken, maar deze boeken hebben mij doen inzien dat lezen plezant is, dat het niet al te veel moeite kost én dat ik in staat ben om dikke boeken uit te lezen zonder een al te grote tijdsonderbreking. Wanneer het volgende Harry Potterboek op zich liet wachten, ging ik zelfs op zoek naar andere literatuur. Al moet ik moet wel toegeven dat fantasy (o.a. de trilogie van Het gouden kompas ) het genre was dat ik toen het liefste las. Opnieuw moet ik in deze periode mijn grootmoeder vermelden, want zij heeft op een bepaald moment via Het laatste nieuws genoeg punten gespaard waardoor De Gouden jeugdcollectie, een verzameling van 25 klassieke jeugdboeken, aan een voordelige prijs kon kopen. Deze boeken waren uiteraard bestemd voor mijn broer en mezelf en hoewel ik toen zeer blij was met die boeken, heeft het toch nog even geduurd vooraleer ik ze ben beginnen lezen.
(Afbeelding 6 en 7: Twee van mijn favoriete jeugdboeken)
Vanaf het vierde middelbaar begon mijn interesse in boeken lezen langzaam toe te nemen. De persoon die ik daarvoor moet bedanken is mevrouw Luyckx, alias onze leerkracht Nederland. Deze vrouw las enorm veel en wilde graag haar passie met ons delen (lees: aan ons doorgeven). Bijgevolg heb ik in geen enkel ander jaar zoveel boeken moeten lezen als toen in het vierde middelbaar. Nochtans stoorde het mij niet, want mevrouw Luyckx wist van aanpakken. Zo had zij bijvoorbeeld een enorme leeslijst opgesteld van jeugdboeken met telkens een verwijzing naar het genre, een korte inhoud en de thema’s die in het boek aan bod kwamen. Ik geloof dat we in totaal een vijftal boeken uit deze lijst moesten lezen en bespreken. Daarnaast moesten we ook nog twee klassikaal verplichte boeken uit het pakket boektoppers lezen. Twee boeken die ik toen gelezen heb, zijn me tot op de dag van vandaag bijgebleven, namelijk Gaten van Louis Sachar en Bloody Mary van Caroline Meyer. Het eerste boek is vooral een avontuurlijk verhaal met verrassende plot, het laatste is dan weer een historische jeugdroman gebaseerd op gebeurtenissen uit het leven van Mary Tudor. Ik vermoed dat het trouwens dankzij dit boek is dat mijn interesse voor geschiedenis zich meer en meer begon te ontwikkelen. Het is ook in deze periode dat ik uiteindelijk boeken uit de Gouden jeugdcollectie, die mijn grootmoeder een paar jaar eerder had geschonken, ben beginnen lezen. Het begon me hoe langer hoe meer duidelijker te worden dat lezen ‘leuk’ was. Ik ervaarde bovendien dat het steeds moeilijker werd om een boek langs de kant te leggen en iets anders te doen.
Mijn interesse voor literatuur nam vanaf de derde graad van het secundair onderwijs dan ook steeds meer toe. Ook mijn voorkeur voor het soort literatuur veranderde: ik zocht in de bibliotheek niet langer bij de jeugdboeken, maar ging op ontdekkingstocht tussen de rekken van de volwassenen. Voorbeelden van boeken die ik de afgelopen jaren heb gelezen, zijn de Millennium-trilogie van Stieg Larsson, enkele historische romans van Philippa Gregory, werken van Arthur Conan Doyle, Dracula van Bram Stoker, etc. Allemaal zeer uiteenlopende genres en de eerlijkheid gebiedt mij dan ook te zeggen dat ik niet echt goed weet wat nu mijn persoonlijke voorkeur uitdraagt. Het hangt allemaal af van de schrijfstijl van de auteur en uiteraard ook het onderwerp. Al heb ik een lichte voorkeur voor historische verhalen, aangezien geschiedenis mij ontzettend hard boeit en ik hier ook veel mee bezig ben.
Conclusie
Kortom kan ik vaststellen dat ik als lezer enorm gegroeid ben. Enerzijds moet ik hiervoor zeker mijn grootmoeder bedanken, omdat ze veel tijd en energie gestoken heeft in het verzamelen van krantjes en jeugdboeken en geregeld met mij naar de bibliotheek ging. Maar bovenal omdat ze haar interesse en passie voor historische boeken aan mij heeft doorgegeven, want de voorliefde voor dit genre deelden we allebei. Anderzijds zijn het ook de boeken op zich die me het plezier van lezen hebben duidelijk gemaakt, met name de Harry Pottersaga. Opmerkelijk is ook het feit dat ik (in tegenstelling tot vroeger) veel minder uren voor de televisie spendeer. Het kost me bijvoorbeeld weinig moeite om een avond geen tv te zien maar vroeger in bed te kruipen met een goed boek, terwijl ik dat als kind eerder als een straf ervaarde.
Als ik mezelf nu binnen een literair competentieniveau moet plaatsen, dan vermoed ik dat ik schipper tussen een enigszins uitgebreide en een uitgebreide competentie. Uitgebreid omdat ik de afgelopen jaren wel wat literatuur heb gelezen die complex was qua thematiek en schrijfstijl, maar misschien heb ik nog net te weinig werken van die aard gelezen om helemaal tot dit niveau te behoren. Daarom kan ik mezelf ook thuisbrengen in het enigszins uitgebreide niveau. Uiteraard hoop ik dit in de loop der jaren nog te verbeteren en dit door veel te lezen en nieuwe literatuur te ontdekken. Ik ben ervan overtuigd dat deze verkorte opleiding Nederlands uitermate geschikt is om mij hierbij een duwtje in de rug te geven.